gastenboek | disclaimer
roderik.net

 

 

 

Algemene Taalwetenschap

Op deze pagina vindt u informatie over het vak Algemene Taalwetenschap. Het vak heb ik gevolgd als onderdeel van mijn opleiding KI aan de Rijksuniversiteit Groningen. De theorie is behandeld aan de hand van het boek 'Contemporary Linguistics' en de reader Algemene Taalwetenschap.

Fonetiek (Phonetics)

De fonetiek gaat over klanken. Klanken komen niet overeen met letters. Om de uitspraak van een klank vast te leggen wordt het IPA (international phonetic alphabet) gebruikt.

Pragmatiek (Pragmatics)

Pragmatiek is de tak van de semiotiek en de taalkunde die de relatie tussen tekens of taaluitingen en hun gebruikers bestudeert. Wat bedoelt de gebruiker met zijn uitspraken. "Kun je dammen?" kan betekenen "Zullen we gaan dammen?", maar ook simpelweg "Weet je hoe te dammen?".

Syntaxis en zinsemantiek

Morfologie, lexicale semantiek

Fonologie (Phonology)

Semantiek en psycholinguïstiek

lexicale ambiguïteit
Er is sprake van lexicale ambiguïteit als een zin een dubbelzinnig woord bevat.

structurele ambiguïteit
Er is sprake van structurele ambiguïteit als de zin in zijn geheel leidt tot meerder mogelijke interpretaties.

semantische ambiguïteit
Hiermee wordt verschil van interpretatie op basis van betekenis bedoeld. Bijvoorbeeld bij het woord 'bank' (zitmeubel, financiële instelling, bankgebouw).

intensie (sense) en extensie (reference)
De intensie van een woord is de betekenis van het woord, de extensie van een woord is het object waarnaar het verwijst.

tautologie
Een tautologie is altijd waar.

contradictie
Een contradictie is nooit waar.

contingent
Contingente uitspraken zijn soms waar en soms onwaar.

poverty of the stimulus (wikipedia)
Though Chomsky reiterated the argument in a variety of different manners, a common structure to the argument is always present and it can be summed up as follows:

  1. The grammars of human languages produce hierarchichal tree structures and are capable of infinite recursion (see Context-free grammar).
  2. For any given set of sentences generated by a hierarchichal grammar capable of infinite recursion there are an indefinite number of grammars which could have produced the same data. As such, positive evidence (evidence of those sentences accepted by the grammar) cannot provide enough data to learn the correct grammar, negative evidence (evidence of those sentences not accepted by the grammar) is required.
  3. Children are only ever presented with positive evidence, e.g. they only hear others speaking using sentences that are "right" not those that are "wrong".
  4. Children do learn the correct grammars for their native languages.
Conclusion 
Therefore, human beings must have some form of innate linguistic capacity which provides additional knowledge to language learners.


© Roderik, Alle rechten voorbehouden.