gastenboek (N/A) | disclaimer
roderik .net, site van Roderik Emmerink

 

 

 

Hoogfrequenttechniek

Enkele mooie woorden uit de hoogfrequenttechniek zijn:

- AVR regeling
De automatische versterkingsregeling zorgt ervoor dat, ondanks een verschil in sterkte van opgevangen signalen, het uitgangsignaal nagenoeg constant is. Een zwak signaal en een sterk signaal leveren dus een even 'hard' uitgangssignaal.

- dubbelsuperprincipe.
In ontvangers, die volgens het dubbelsuperprincipe worden opgebouwd, wordt het ontvangen gemoduleerde informatiesignaal tweemaal gemengd.

- middenfrequentie
De middenfrequentie is het verschil van de oscillatorfrequentie en de signaalfrequentie

fmf = fosc - fs [Hz]

- spiegelfrequentie
De ongewenste signaalfrequentie, die na menging ook de middenfrequentie oplevert, is de spiegelfrequentie. Een hogere middenfrequentie verminderd doorgaans de ongewenste spiegelfrequentie, maar brengt met zich mee dat de selectiviteit en de gevoeligheid van de middenfrequentversterker verminderen. De spiegelfrequentie volgt uit:

fsp = fs + 2fmf [Hz]

- Smith chart
download de Smith chart als PDF.

- squelch-schakeling
Een squelch-schakeling onderbreekt het uitgangssignaal wanneer dat heel laag is, zodat een AVR-regeling de ruis, bij de afwezigheid van een goed signaal, niet verterkt aanbied als uitgangssignaal. Deze techniek noemt men ook wel muting.

- superheterodyne ontvanger (superhet)
De superheterodyne ontvanger bestaat uit een vast op één enkele frequentie afgestemde rechtuitontvanger, die vooraf wordt gegaan door een frequentieconverter (mengtrap en lokale oscillator) die het mogelijk maakt dat het signaal van elk gewenst station wordt verschoven naar de vaste frequentie van de rechtuitontvanger. Deze frequentie staat bekend als de middenfrequentie (MF).

Transmissieleidingen

Een elektromagnetische golf (EM-golf) verplaatst zich in lucht met een snelheid die ongeveer onvereenkomt met de lichtsnelheid c (300.000 km/s).
Over een transmissieleiding (elektrische geleider) is de voortplantingssnelheid c van een signaal overeenkomstig met het product van de golflengte en de frequentie.
De faseverschuiving die optreed tussen het begin van de kabel en het einde van de kabel volgt uit:

ΔΦ = (2π * l) / λ [rad]

met:
ΔΦ: De fasevershuiving,
l: De lengte van de kabel in meters,
λ: De golflengte van het signaal in meters.

Bij een lengte van de transmissieleiding van niet meer dan 1/10 deel van de golflengte van het signaal wordt dikwijls gesteld dat het ingangssignaal gelijk is aan het uitgangssignaal. De faseverschuiving wordt dan verwaarloosd. We noemen dit de kwasi-stationaire toestand.

- karakteristieke impedantie
De karakteristieke impedantie van een kabel wordt gedefinieerd als de impedantie aan de ingang van een kabel waarvan de lengte oneindig lang wordt verondersteld. Dit wordt bepaald door de karakteristieke grootheden van de kabel, te weten: de ohmse weerstand van de geleiders, de isolatieweerstand tussen de geleiders, de capaciteit tussen de geleiders, de zelfinductie van de geleiders.

- verkortingsfactor of relatieve voortplantingssnelheid
De verkortingsfactor k is het quotient van de voortplantingssnelheid v en de lichtsnelheid c (3 * 108 m/s).

k = v / c [ ]

- lopende golf
Als elk punt van een kabel alle momentele waarden van de spannings- en de stroomgolf periodiek doorloopt spreekt men van een lopende golf. (een zich verplaatsende sinusoïde)

© Copyright 2025 Roderik Emmerink, hosting en webdesign door Archytas.
Alle rechten voorbehouden | xhtml validatie